Kaart Satellite Text

Unieke overheidsstructuur voor het Kanaalgebied

Yves Goldstein (ADT-ATO) - ©ADT-ATO/Reporters

2014-04-30 – De minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest legde de basis voor een toekomstige unieke structuur die het overheidsbeleid in het Kanaalgebied zal rationaliseren. Dat gebeurde dinsdagochtend tijdens de opening van het colloquium ‘Canal Days 2014 – Gebieden in verandering te Brussel en in Europa’. Tijdens dit colloquium, dat werd georganiseerd door het Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO) kwamen zo’n 400 deelnemers twee dagen samen in de buurt van het Zuidstation.

Met een verwijzing naar het belang van het Kanaalplan dat Alexandre Chemetoff uitwerkt op verzoek van de gewestregering, zei de minister-president: “De uitvoering van deze voorstellen vraagt durf en moed. Van iedereen. We moeten ons losmaken van de geruststellende oude recepten. De ontwikkeling van dit gebied kan alleen vorm krijgen binnen een voorbeeldig, structureel en sterk beheerskader. Met het oog hierop is het nodig om beslissingen te nemen en nieuwe voorstellen te lanceren die garantie bieden op succes.”

“Vastgoed in overheidsbeheer mobiliseren binnen deze structuur”

De minister-president preciseerde dat bepaalde “noodzakelijke besluiten zijn genomen tijdens de laatste regeringsbijeenkomst van deze legislatuur”.

Namelijk:

  • “De afbakening van een ‘perimeter van gewestelijk belang’, geënt op het ‘regionale domein’ van Alexandre Chemetoff (*), waarbinnen het Brussels Gewest de bevoegde instantie is voor het verlenen van alle vergunningen;
  • De labeling van de projecten die in deze perimeter worden ontwikkeld: om dit label te krijgen, moeten de projecten gebaseerd zijn op de principes van verdichting, functiemix en stedelijke integratie, moeten ze een meerwaarde bieden voor de stad.”

“Maar we moeten nog verder gaan”, voegde de minister-president daaraan toe. “We mogen onszelf niet toestaan om niets te veranderen. We moeten ook:

  • Een specifieke operationele structuur oprichten voor de bestudering en uitvoering van projecten in de perimeter;
  • Het vastgoed in overheidsbeheer binnen deze structuur mobiliseren om de uitvoering van projecten te rationaliseren en het overheidsbeleid op een doelgerichte wijze te concentreren.”

En de minister-president sloot af met de woorden: “We hebben niet alleen een visie nodig, maar ook een methode, een beleid om samen te bouwen aan de toekomst van dit gebied dat zo veel potentieel heeft. Wij hebben de eerste bakens uitgezet. Nu moeten we de dynamiek van het overheidsbeleid voortzetten en versterken zodat we concrete oplossingen en antwoorden kunnen bieden aan de Brusselaars.”

Europa en Brussel

De voorzitter van het Comité van de Regio’s van de Europese Unie stond vervolgens stil bij enkele baanbrekende realisaties in het Kanaalgebied en de centrale wijken van Brussel en plaatste die in de context van het Europese beleid (zie links).

De minister van het Brussels Gewest voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing, bevoegd met de EFRO-fondsen in Brussel, benadrukte op haar beurt het belang van die fondsen en de verscheidene concrete realisaties die deze mogelijk hebben gemaakt. Tevens kondigde zij de oprichting aan van een ‘EFRO Academy’ die projectindieners zal ondersteunen tijdens de volgende EFRO-programmering van 2014 tot 2020 (zie links).

Luc Maufroy, directeur van het ATO, plaatste de veranderingen in het Kanaalgebied in een historisch perspectief en ging dieper in op de vele overheidsinitiatieven die zijn genomen om nieuw leven te brengen in deze centrale ontwikkelingsas en om de braakliggende en leegstaande industriële gronden en gebouwen te benutten, zoals de wijkcontracten, de zone voor economische uitbouw in de stad (ZEUS) en het Kanaalplan. Vervolgens presenteerde Alexandre Chemetoff zijn aanbevelingen voor vier van de zes proefgebieden van het Kanaalplan (zie links en in de nieuwe brochure van het ATO die werd uitgedeeld tijdens het colloquium, hier beschikbaar).

Economie en stedelijke integratie

Dinsdagnamiddag besprak de minister voor Openbare Werken, Transport en de Haven van Brussel een reeks projecten die de integratie van de haven en van haar logistieke en economische functies in de stedelijke ruimte moeten bevorderen (zie links). 

Daarna kwam de minister voor Economie, Tewerkstelling, Economisch Onderzoek en Buitenlandse Handel aan het woord, die stilstond bij de vele voorzieningen ter ondersteuning van investeerders in het Kanaalgebied, zoals de ZEUS (zie links).

“De opleving van het Kanaalgebied zal het symbool zijn van de opleving van Brussel”

Op woensdag 30 april, aan het einde van de ochtend, net voor het vertrek van de terreinbezoeken, sloot Yves Goldstein, de voorzitter van het ATO, de debatten af. Hij verwees nog eens naar de uitspraken die de minister-president de vorige dag had gedaan over het beleid van het Kanaalgebied. Hij besloot als volgt: “De komende tien jaar zullen essentieel zijn voor de opleving – of niet – van het Kanaalgebied. (…) En die opleving zal het symbool zijn van de opleving van Brussel.”

(*) Het ‘regionaal domein’ is een ruimtelijk netwerk van 313 hectare verspreid over het Kanaalgebied en hoofdzakelijk in beheer van de overheid, waarin het Brussels Gewest het vastgoed kan inzetten als hefboom voor zijn beleid.