Kaart Satellite Text

Abatan 2020: rijk dieet voor de ‘buik’ van Brussel

Simulatie van de blik op de slachthuizen in 2020 - ©Abatan - Org - Gova

2012-03-13 – Joris Tiebout, de CEO van de vennootschap Abatan (Slachthuizen en markten van Anderlecht) presenteerde dinsdag het project ‘Masterplan Abatan 2020’, in aanwezigheid van de gewestelijke minister voor Stadsvernieuwing. Dit globale ontwikkelingsproject wil de activiteiten van de slachthuizen moderniseren en uitbreiden op deze historische en deels beschermde locatie; de aantrekkelijkheid en gezelligheid vergroten, met name van de openbare ruimte; de verbindingen met de buurwijken verbeteren.

De ‘buik’ van Brussel

Het ontstaan van de slachthuizen gaat terug tot het einde van de 19e eeuw. Met zijn 10,5 hectare oppervlakte, 230.000 geslachte dieren per jaar(*), een 100-tal firma’s, 200 miljoen euro globale omzet per jaar, zo’n 700 werknemers, ongeveer 700 handelaars en 100.000 bezoekers tijdens de weekendmarkt, en 70 evenementen per jaar in de Kelders van Kuregem mogen de slachthuizen met recht de ‘buik’ van Brussel worden genoemd.

Sinds 2009 doet Abatan onderzoek naar de toekomstige ontwikkeling van deze wijk en de omgeving, in overleg met de betrokken overheidsinstanties, zoals de Gemeente, het Gewest en de MIVB. Dit mondde uit in het ontwerp van een Masterplan 2020. Sommige onderdelen van dit plan vereisen aanpassingen van de stedenbouwkundige bepalingen, maar de eerste resultaten mogen binnenkort al verwacht worden.

Nieuwe voedingshal

Dit jaar start de bouw van een nieuwe overdekte en hypermoderne voedingswarenhal, geïnspireerd op de traditie van de Zuid-Europese markthallen. De kosten worden geschat op 18 miljoen euro, waarvan 33% wordt gedragen door de Europese Unie en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (in het kader van EFRO programmering 2007-2013).

Deze nieuwe voedingshal van 11.000 m2 is de eerste stap in de realisatie van het masterplan. De hal voldoet aan de steeds strenger wordende hygiënenormen en bevindt zich momenteel in het stadium van de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning. Midden 2014 zou de hal open moeten gaan en plaats bieden aan een veertigtal handelaars in vlees, fruit en groenten. Daarnaast is er ruimte voor andere activiteiten, zoals horeca. De geraamde kostprijs houdt rekening met de bodemsanering op de voormalige loop van de Zenne.

Stedelijk knooppunt

Naast deze voedingshal voorziet het masterplan in een geleidelijke verdichting van het gebied en een nieuwe dynamiek voor de wijk, met behoud van de huidige functies van de slachthuizen en de mix van industriële en stedelijke activiteiten.

Zo zijn onder andere de volgende ingrepen gepland:

–           betere verbindingen met de naburige wijken: voorplein Ropsy Chaudronstraat, perspectief op nabijgelegen verkeersassen;
–           benutting van de openbare ruimte: uitbreiding van het centrale gedeelte van de site naar een openbare ruimte van 60.000 m2;
–           bouw van een half dozijn ‘stadsentrepots’, voor lichte industriële activiteiten, werkplaatsen, ruimten voor professioneel gebruik, parkeerplaats …;
–           bouw van een ‘compact’ slachthuis van 10.000 m2;
–           bouw van een auditorium, in aanvulling op het evenementencomplex in de Kelders van Kuregem (3.000 m2).

Na de presentatie door Joris Tiebout zei de minister van Stadsvernieuwing: ‘Dit masterplan draagt ten volle bij tot de geslaagde integratie in het stedelijk milieu van een economie die van nut is voor de stad. (…) Het is belangrijk aan te tonen dat het perfect mogelijk is om in de centrale delen van de stad economische activiteiten te behouden die werk bieden, indien ze worden georganiseerd vanuit een streven naar integratie in een gemengd stedelijk weefsel'.

(*) Dat wil zeggen 2% van de jaarlijkse Belgische productie. In december 2011 ontvingen de slachthuizen een kwaliteitslabel voor de slachtlijnen (algemene hygiëne, slachttechniek inclusief in sommige gevallen rituele technieken, welzijn van de dieren …), dat overeenkomt met het hoogste certificatieniveau.