2014-04-24 – Als je het zeekanaal van Brussel naar de Schelde volgt, voorbij de zwaaikom met zijn betoncentrales, zijn schroothandelaars, zijn logistieke bedrijven, net na de Van Praetbrug, dan stuit je tot je verrassing op een kleine jachthaven. Het is natuurlijk geen Marbella of Saint-Tropez. Maar de rompen en masten die in de zon liggen aangemeerd verlenen het kanaal meteen een vakantieachtige sfeer. Dit is de Brussels Royal Yacht Club, beter bekend om zijn afkorting BRYC.
De bekendste activiteit van de BRYC zijn de zeilscholen. Er zijn er vier: een bereidt je in één jaar voor op het brevet van regattazeiler; de tweede leidt in nog een jaar erbij tot het brevet van stuurman; de derde, ook voor volwassenen, levert een brevet af voor de internationale wateren. Gemiddeld komen zo'n honderd mensen één avond per week zich het zo typische navigatiejargon eigen maken. Daarnaast is er een 'kleine zeilschool' voor jongeren, die lange tijd alleen tijdens de paas- en zomervakantie lessen aanbood. Door de toenemende vraag worden nu ook op zaterdagnamiddag lessen georganiseerd voor kinderen van 8 tot 13 jaar.
Wie de opleiding afgerond heeft en wil doorzetten, kan deelnemen aan eenheidsklassewedstrijden in een zwaardboot. Op dit moment heeft een tiental jongeren en jongvolwassenen een internationaal wedstrijdniveau behaald. Het bewijs: tijdens de Olympische Spelen in Londen in 2012 stuurde de BRYC slechts één vertegenwoordiger, maar in Rio in 2016 zullen ze met drie of vier aan de start verschijnen! Zij trainen natuurlijk niet meer op het kanaal: ze zitten 300 dagen per jaar op het water, in internationale regatta's in Europa en wereldwijd, het is bijna hun beroep. Ze dragen de kleuren van hun club, die onder de Franstalige zeilsportfederatie van België ressorteert.
Zeelieden op zoete en zoute wateren
Het is commodore Alain Radelet, hoofd van de raad van bestuur van de BRYC, die ons rondleidt. Van de 500 leden is slechts ruim de helft eigenaar van een boot. De 220 anderen hebben er (tijdelijk) geen meer, varen mee als bemanningslid, waarderen het clubhuis met zijn typische architectuur uit de jaren dertig of zijn ingeschreven voor een cursus.
Ze voelen zich daar thuis, liefhebbers van het water, van de gebruiken die erbij horen, samen genietend van een goede maaltijd en van de activiteiten die elke club aanbiedt aan zijn leden. De meest spectaculaire vindt twee keer per jaar plaats. Brussel is een winterhaven, met in het voorjaar het 'grote vertrek' en in oktober de 'grote terugkeer'. Dat houdt in dat de boten in konvooi naar de zee varen. Daar gaan ze uiteen: sommige naar Zeebrugge, andere naar Oostende of Nieuwpoort. Of zelfs helemaal naar Breskens, de eerste haven in Zeeland waarvan de BRYC mede-eigenaar is. En zes maanden later komen ze weer samen om de weg in de omgekeerde richting af te leggen en om 's avonds op de kaai de herinneringen van de voorbije vakantie te delen.
Toerist voor twee dagen
De vrijgekomen plaatsen in de BRYC worden tijdens de zomer ingenomen door bezoekers van overal. Engelsen, Nederlanders, Duitsers en Scandinaviërs zakken af naar de zon; de zeelieden uit het zuiden van Europa komen genieten van de rijke omgeving in het noorden ... Ze wisselen elkaar continu af, want het is duidelijk: het watertoerisme is in volle opmars. "Als je vertrekt vanuit de BRYC, dan bereik je de Côte d'Azur in één maand en 200 sluizen," vertelt Alain Radelet. "Met de motor uiteraard. Brussel is een zeehaven, met een doorvaarthoogte van 20 m, maar je moet de zeilen strijken bij de Van Praetbrug als je het kanaal opvaart." Deze bezoekers blijven één of twee dagen in de hoofdstad, nooit veel langer, en zoeken daarna andere horizonnen op. Maar in deze context zijn de woorden 'opzoeken' en 'horizonnen' misschien iets te sterk uitgedrukt, want deze zondagsvaarders worden vooral bekoord door traagheid en door het nabijgelegen platteland.
Op de kade genieten ze van de volledige infrastructuur die de BRYC aanbiedt: sanitair, wasmachine, wifi en brandstof. Maar ook de mogelijkheid om indien nodig een reparatie te laten uitvoeren: er staan twee kranen, een aanhangwagen en een atelier ter beschikking, evenals een havenchef, Alain De Cock, die niet aarzelt om advies te geven of een handje toe te steken.
Brood en spelen
Een ander groot evenement, dat elke twee jaar plaatsvindt, is het Havenfeest in de maand mei. Het gebouw staat dan open voor het publiek en de leerlingen van de zeilschool geven demonstraties en proberen zieltjes te winnen. Je kunt ook een tochtje maken op het water met een motorboot. Bij mooi weer is daar altijd veel animo voor.
Vorig jaar, tijdens editie 2013, had Brussel Bad voorgesteld om demonstraties te organiseren. Voor het komende seizoen is hiervoor nog geen aanvraag ontvangen.
Naast die grote bijeenkomsten biedt de club aan zijn leden ook af en toe muziekavonden en maandelijkse lezingen aan over gevarieerde onderwerpen, zoals de geschiedenis van de Frans-Engelse zeeoorlogen, het ontwerp van wedstrijdzeilboten of de reis naar de Noordpool door een gezin met vier kinderen — in een zeilboot! Alain Radelet laat voorzichtig doorschemeren dat hij dat hen niet zou nadoen ...
Man met veel talenten
Nochtans heeft hij heel wat watertjes doorzwommen. Voordat hij ging varen, speelde hij tot zijn veertigste hockey op hoog niveau. Hij zat in de eerste ploeg en ging daarna internationaal. Toen zijn prestaties begonnen af te nemen, zocht hij een andere hobby en schreef hij zich in bij de zeilschool. Hij is een zuiver product van de BRYC! Zijn boot, de derde, is een motorboot van 13 meter die in de Middellandse Zee ligt. Samen met zijn twee kinderen en zijn vrouw heeft hij hiervan het verzamelpunt van het gezin gemaakt. “We varen naar Corsica, Sardinië, de Toscaanse eilanden. We kunnen zo van alles bezoeken, alsof we alleen onze hotelkamer verplaatsen. Maar wij overnachten altijd in de haven, dat is comfortabeler,” glimlacht hij.
Als burgerlijk bouwkundig ingenieur maakte hij carrière als ondernemer. Hij stond 24 jaar aan het hoofd van de groep Van Rymenant, daarna van Maurice Delens en tot slot van Eiffage. Daarna werd hij afgevaardigd bestuurder van de Société Espace Léopold, die verantwoordelijk was voor de 600.000 m² kantoren en woningen rond het Luxemburgstation en het Europees Parlement. Na zo’n carrière kun je niet gaan stilzitten! Dus is hij nu voorzitter van het Séminaire de perfectionnement aux affaires, maar ook ondervoorzitter van de Brusselse Haven Gemeenschap. Om maar te zeggen dat hij het kanaal wel een beetje kent.
Eigen middelen en overheidssteun
Nog even over het beheer van de club. De BRYC ligt op een terrein van de Koninklijke Schenking, met een erfpacht dat net verlengd is tot 2029. Het water en de kaaien worden gehuurd bij de Haven van Brussel, het contract loopt tot 2018. Het gebouw is eigendom van de club, evenals de hangar en de andere constructies.
Wanneer de bestuurders, allemaal vrijwilligers, maandelijks samenkomen, dan bestaat hun taak uit het aansturen van het onderhoud, de renovatie en de modernisering. Dat zal waarschijnlijk een flinke duit kosten. De club moet rondkomen met de bijdragen van de leden, de huur en de diverse overheidssubsidies. De Franse gemeenschapscommissie COCOF financiert de kleine onderhoudswerken aan de sportvoorzieningen, zoals de hangars voor de boten, de vernieuwing van de elektriciteit, de daken van de garages. De zeilscholen krijgen subsidie van ADEPS (de Franstalige sportadministratie) voor de aankoop van boten. “Maar al die ondersteuning bestaat uit een (gedeeltelijke) terugbetaling van facturen, met termijnen van 15 tot 24 maanden, dus soms heeft de raad van bestuur te kampen met liquiditeitsproblemen,” betreurt Alain Radelet. Maar hij besluit filosofisch: “Het is een subtiel evenwicht, zoals zo vaak bij budgettaire zaken.”
Laatste afspraak van het seizoen
Wanneer u dit leest, heeft het grote vertrek al plaatsgevonden, maar zet nu alvast de grote terugkeer in uw agenda, op 26 en 27 oktober. De BRYC is peter van dit evenement. Dit is misschien de laatste keer dat u de Zenobe Gramme kunt bewonderen, het zeilschip van de Belgische marine dat dienst doet als schoolschip. Waarschijnlijk wordt het schip uit de vaart genomen, omdat de Belgische marine de kosten ervoor niet meer kan dragen. De opleidingen zullen dan plaatsvinden op buitenlandse zeilschepen en voor liefhebbers als commodore Radelet voelt dit een beetje als het verlies van een van de kroonjuwelen van ons land.
Véronique Kirszbaum
Meer info: www.bryc.be