Kaart Satellite Text

Issam Akel, een reiziger met bagage

Issam AKEL - ©David Olkarny

"Ik heb het Brussels kanaal door mijn aderen lopen," zei Issam Akel, toen hij de prijs van 'Brusselaar van het jaar 2012' ontving in de culturele categorie voor zijn theaterstuk 'La vie c'est comme un arbre'. Acteur, presentator van radioprogramma's en evenementen, man van contacten en een van de oprichters en drijvende krachten van de compagnie ‘Voyageurs sans bagage’. Hij weet dat hij 'la belle gueule de service' is en speelt zijn rol als woordvoerder van het gezelschap met verve. We wilden graag weten wat er achter zijn blauwe ogen verborgen ging …

2013-04-15 - Als je ziet met hoeveel tederheid hij over zijn jeugd praat! Als vierde in een rij van vijf broers lijdt hij niet onder het syndroom van de verwende benjamin, noch van de oudste die altijd het voorbeeld moet geven. Maar misschien zocht hij toch een manier om te bewijzen dat hij bestond. Want toen hij amper twaalf jaar was en in het eerste middelbaar zat, schreef hij zich in voor de cursus Woord en stortte hij zich op niets minder dan Madame Sarfati, het beroemde personage van Elie Semoun. Uiteraard werd hij opgemerkt. “Ik werd gevraagd om mijn show opnieuw op te voeren tijdens de opening van het college, tussen de voorstellingen van de zesdejaars, ik die maar een duim hoog was," grinnikt hij. Een leerkracht neemt hem onder zijn hoede en geeft hem jarenlang les in theater. "Dat zal mijn belangstelling voor de cursus Frans duurzaam bepalen."

Maar de puberteit slaat toe, zoals bij iedereen in die overgangsjaren. Zijn derde jaar eindigt slecht en de adviseurs van het PMS stellen hem voor om over te schakelen naar de technisch opleiding tot activiteitenleider, omdat hij daar zeker zal schitteren. Dat weigert hij categoriek: hij wil in het algemeen onderwijs blijven. Maar hij besluit toch om over te stappen naar een school waar hij zich 'minder anders' voelt: "Ik heb blauwe ogen, maar zwart haar. Ik had het gevoel dat ik daar niet helemaal op mijn plaats was." Hij woonde in Evere en ging naar het Koning Boudewijncollege in Schaarbeek. Voortaan gaat hij naar Fraternité in de Molenbeekstraat in Laken. Die school is minder prestigieus, maar daar voelt hij niet zo sterk de noodzaak om zich te rechtvaardigen.

Twee diploma's, drie talen

Dat geeft hem wat meer tijd om - naast de theaterlessen die hij blijft volgen bij zijn oude prof - in het weekend naar Cemea te gaan voor een opleiding als jeugdanimator. Aan het einde van het middelbaar heeft hij dustwee diploma's op zak, waarvan een zal zorgen voor inkomsten tijdens zijn studie. Hij droomt van het conservatorium, maar zijn vader - die garagist is van beroep en zijn talent heimelijk bewondert - vindt niet dat dit een vak is. Issam verandert naar public relations in het Institut Arthur Haulot, waar hij flink zweet op het hoge niveau van het Nederlands en Engels. "Maar ik heb het gehaald enik ben nu perfect drietalig. Weet je hoe? Via mijn werk op de festivals heb ik alles geleerd!"

Maar waarom zei hij tijdens het interview met de krant Le Soir naar aanleiding van zijn verkiezing tot Brusselaar van het Jaar: "Ik heb het water van het Brusselse kanaal door mijn aderen lopen"? "Ik voel me op en top een Brusselaar. Jacques Brel, de vroegmarkt, de Dansaertwijk, de afvalverbrandingsoven, de ketjes, Anneessens, dat ben ik allemaal. Ik heb overal rondgehangen, ik ken iedereen." Dat is de reden dat hij hier blijft steken, terwijl twee van zijn broers carrière maken in Londen en in Dubai.

"Kleinschalige acties bestaan niet. Alles draagt bij aan de ontwikkeling van de stad"

Na het behalen van zijn graduaat vindt hij zijn eerste echte baan bij Sabam en kort daarna bij BNP. Van commercieel adviseur aan het loket van de bank evolueert hij naar het organiseren van evenementen. Bedrijfsevenementen, conferenties, gala's: dat blijft zijn actieterrein, ook al neemt hij een statuut als consultant aan om voldoende tijd te hebben voor het uitbouwen van alle andere dingen die hij wil doen. Vandaag, op zijn negenentwintigste, is hij een echte duizendpoot die van alle markten thuis is. Hij maakt radioprogramma's, één keer per week op Kif en alle dagen tijdens de schoolvakanties op Fun. Op tv neemt hij deel aan Belgische projecten als Melting Pot Café. Hij werkt mee aan enkele projecten van verenigingen, zet zich in voor de kinderen in de sloppenwijken van Tangiers, steunt stedelijke kunstenaars ... Over die opsomming zegt hij zelf: "Kleinschalige acties bestaan niet. Alles draagt bij aan de ontwikkeling van de stad. Dat houdt me gaande."

En dan, in 2010, stopt hij al zijn talent in het grote avontuur van ‘La vie c'est comme un arbre’. Het stuk vertelt over de omzwervingen van drie jonge werkloze Marokkanen die Tangiers verlaten in 1964 om naar België te gaan. Hun hoop en teleurstelling, hun successen en mislukkingen, hun kleurrijke ontmoetingen liggen aan de basis van een ge(s)laagde voorstelling, die een mix is van humor en emotie, geïnspireerd op de herinneringen van hun familie. "We hebben eerst in kleine zalen gespeeld," vertelt Issam, "voordat we op de affiche stonden van het Guldenvliestheater, waar we een maand lang een volle zaal trokken. In het publiek zaten allerlei soorten toeschouwers door elkaar, die zichzelf herkenden in het stuk en die samen lachten met elkaar, maar vooral met zichzelf."

Mix van talenten

En hoe breng je zo'n project tot een goed einde? "Rachid (Hirchi – de auteur) en Mohamed (Allouchi) ken ik al jaren. Rachid had een concepttekst geschreven en zij hebben die herwerkt. Ze hebben de personages uitgewerkt en het aantal uitgebreid. Met zijn tweeën zorgden zij voor de regie en het decorontwerp. Vanwege mijn contacten met de gemeenschap was het mijn taak om de productie op mij te nemen. Ik heb overal aangeklopt en als mensen de deur niet opendeden, dan tikte ik op het raam. We richtten de “Compagnie des Voyageurs sans bagage” op en zochten onze spelers in het conservatorium, het Institut des Arts de Diffusion, noem maar op. Op dezelfde manier als we het stuk in elkaar hebben gestoken: mensen van alle soorten, een Griekse Ier, een Jood, een Argentijn, een paar Marokkanen ... Dat zorgt voor het reliëf, voor de pit." En hij besluit: "Het succes was groter dan verwacht. Nee, dat klopt trouwens niet: we hebben alles gedaan om ervoor te zorgen dat het zou lukken!"

Volgende voorstellingen

De voorstelling trekt door Wallonië en daarna door Frankrijk en Marokko. Er zijn nog twee speeldata in Brussel: op 10 en 11 mei 2013 in het Cultureel Centrum van  Ukkel.

Véronique KIRSZBAUM